Paul Geurtsen

Duikt sinds zijn negentiende in 1986, het begin van een mooie studietijd. Eerst op de Noordzee via de Lauwers, de ZK18 en de Wilhelmina uit Harlingen. Vanaf het moment dat Klaas zijn Zeester kocht, de eerste jaren onafgebroken mee geweest. De eerste paar jaar nog elke vrijdagavond een rondje Noord-Nederland gebeld om de boot vol te krijgen. Eerste duik vanaf de Zeester: 21 april 1990, de Oriënte. Met 2 meter zicht. Vervolgens in dat prille jaar: nog veel meer Oriënte, paar keer Elphis, Walsum en Boetak met de eerste Pinksteren, het viskottertje “603” op de waddenzee bij Lauwersoog, de 477, de 423 en de Wilhelm Lühring. En daarmee hebben we een begin gemaakt met de volslagen onbekende wrakken, vanuit posities uit het wrakkenregister van RWS.

Ook uuuuren gezocht naar de Stavfjord, die in aanvaring met de Oriënte in dichte mist in 1966 is gezonken vlak voordat de Oriënte – met de geredde bemanning van de Stavfjord alsnog 27 meter lager op zijn stuurboord ging liggen. Nooit gevonden die Stavfjord. Hij bleek geborgen hoorden we later. Deze mooie ontdekkingen zijn vervolgd met de UB61 – die de Terschellingers al eerder hadden ontdekt, de stoomboot met registernummer “1086”. We hadden nog geen idee welke dit was, totdat een paar jaar later een van onze vrienden van Equador, Hille van Dieren op die positie op een Duitse wrakkenkaart de naam “Tyningo” had staan. Er volgden “bootje omgekeerd”, ofwel de M435 wisten we later, de 478, de Mewa 10, de Frielinghaus en voor het eerst in 1991 de Ernst von Briesen. Het najaar was het hoekje rechts bovenin op de kaart aan de beurt met de Donau, Capella, Lasbeck, de 529 zonder zocht en de Irene Oldendorff. 1992 was een succesvol jaar met de vondst van de Bilbao waar de navigatieverlichting precies aangaf welke jaartallen dit schip was gebouwd. Verder voor het eerst op de Sperrbrecher 161 gedoken. De scheepsbel gaaf onomstotelijk aan dat dit de Iris is geweest. Dit jaar is ook de Condor gevonden. Toen nog onder de naam 496, later – in 1994 – gaf ook hier de scheepsbel de doorslag: de Koblenz. ? – ja, de archieven gaven aan dat de Condor als Koblenz van stapel was gelopen. De Nachtigall, Bitch en Kalö lagen daarnaast. Terschelling bracht dat jaar nog de Stormarn, het goudschip Renate Leonardt – en, helaas stopt het verhaal hier niet …., de 467 met mijn eerste richtkijker, de Nordqueen, vlak daarvoor gezonken, de 417, het telegrafenwrak V84 en de 1115, dat later de Scharnhorst bleek te zijn.

Hier houden mijn eerste paar Noordzee jaren even rust voor een reisje van 9 maanden in het verre oosten en down under. Na het opleiden van zo´n 150 PADI duikers werd het weer tijd voor een echte duik. De Ernst von Briesen was de gelukkige. En in dat jaar 1994 voor het eerst de illustere E3, na 80 jaar, en een paar jaar zoeken, eindelijk gevonden na een tip van een Terschellinger visser die een torpedobuis in zijn netten had gekregen – voor foto’s en het onomstotelijke bewijs dat de scheepsbel heeft geleverd op mijn 2e duik op de E3: zie het verhaal bij de E3 op deze site. Vervolgens kwam het serieuze werk, een (duikende) vrouw, drie kids en een verhuizing naar Harderwijk, alwaar de verhuizers niet hadden gerekend op 2 uur extra kopersjouwen… uit de schuur en weer in de (nieuwe) schuur. De daaropvolgende 10 jaar zal ik je mijn Noordzee verhalen en de tientallen nieuwe wrakken besparen. Voor een overzicht verwijs ik je graag naar elders op deze site. Hier en daar zul je nog een onderwater schets tegenkomen, die ik na het duiken uit mijn hoge hoed tover. En iedereen gelooft echt dat de wrakken er zo bij lagen…

Paul Geurtsen